Bij het vaststellen van de hoogte van de alimentatie voor een kind of kinderen wordt er gekeken naar de behoefte van het kind of kinderen en naar de draagkracht van de vermeende betaler. Bij het bepalen van de hoogte wordt eerst gekeken naar wat er op financieel gebied nodig is voor het kind. Dat wordt de behoefte genoemd. Het is uiteraard zo dat de behoefte van het kind van meerdere aspecten afhankelijk is. De leeftijd is bijvoorbeeld een factor, maar ook het gezinsinkomen ten tijde van het huwelijk. Er is een rapport ‘Kosten van kinderen ten behoeve van vaststelling kinderalimentatie. Hierin is een tabel opgenomen en die tabel kan als uitgangspunt genomen worden. Er wordt in de tabel onder meer onderscheid gemaakt tussen het aantal kinderen, de leeftijd van de kinderen en het totale netto besteedbare gezinsinkomen. Op basis hiervan kan de behoefte van het kind of kinderen berekend worden.
Draagkracht van de ouders
Op het moment dat de behoefte van het kind duidelijk is, volgt de berekening van de draagkracht. Er wordt naar de draagkracht van beide ouders gekeken. De kinderalimentatie wordt vervolgens bepaald naar verhouding van de draagkracht van de vader en moeder. Het berekenen van de kinderalimentatie is niet heel eenvoudig. Het gaat vaak om een complexe berekening en daarin zijn verschillende bestanddelen van het inkomen en kosten in meegenomen. De professionele partijen, zoals advocaten hebben doorgaans rekensoftware tot de beschikking die gebruikt wordt om de hoogte van de kinderalimentatie zo nauwkeurig mogelijk te berekenen. Het is uiteraard belangrijk om inzicht te hebben in de wijze waarop een dergelijke berekening wordt uitgevoerd. Daar wordt hieronder dan ook een uitgebreide toelichting op gegeven, waarbij de netto rekenmethode het uitgangspunt vormt.
Eerst wordt de behoefte van het kind bepaald. Aangezien er geen vaste normen op basis van wettelijke regelingen beschikbaar zijn, vormt het rapport met de titel Kosten van kinderen ten behoeve van kinderalimentatie voor de berekening het uitgangspunt. Daarna wordt de draagkracht van beide ouders afzonderlijk vastgesteld met het netto inkomen als uitgangspunt. Het netto inkomen wordt gebruikt om daarop een aantal vaste lasten en kosten in mindering te brengen. Bij de berekende kosten gaat het onder meer om de bijstandsnorm voor een alleenstaande. Dat is volgens de wet in Nederland het minimale bedrag dat een individu nodig heeft om in de levensbehoefte te kunnen voorzien. Tot de berekende kosten behoren ook de zorgverzekeringspremie en de woonlasten. Bij de bijstandsnorm is er al sprake van een deel ingecalculeerde kosten, zoals voor energielasten, telefoon en interieur. Het is dus niet mogelijk om deze kosten nog een keer af te trekken. Het kindgebonden budget wordt opgeteld bij het inkomen van de ouder die hier na de scheiding recht op heeft. Als alle kosten bij elkaar opgeteld zijn, is er sprake van een zogenoemd draagkrachtloos inkomen. Dit is het inkomen dat een ouder zelf nodig heeft om te leven. Op het moment dat er nog financiële ruimte over is, geldt dat dit als een bijdrage kan tellen om tegemoet te komen in de kosten voor een kind of kinderen.
Hoogte van de kinderalimentatie bepalen
Er wordt gekeken naar de draagkracht van elke ouder afzonderlijk om aan de hand daarvan de hoogte van de alimentatie voor het kind te bepalen. Als er bijvoorbeeld twee kinderen tot het gezin behoren en er was sprake van een netto gezinsinkomen van 3.200 euro per maand worden eerst de kosten vastgesteld. De kosten voor beide kinderen komen uit op 750 euro. De draagkracht van de vader is 550 euro op maandbasis en de draagkracht van de andere ouder bedraagt 350 euro per maand. Er wordt dan een verdeling naar rato toegepast om te bepalen wat de hoogte is van de kinderalimentatie die de vader moet betalen. De berekening van kinderalimentatie is nu redelijk beknopt toegelicht en is vooral bedoeld om inzicht te geven in de manier waarop de berekening gemaakt wordt.