De stelregel is dat er kinderalimentatie betaald moet worden om daarmee te voorzien in de betaling van kosten en opvoeding van minderjarige kinderen. Dat betekent dat de alimentatieverplichting voor kinderen kan ophouden te bestaan als het kind de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt. Er is echter ook sprake van een zogenoemde verlengde onderhoudsplicht. Dat betekent dat ook kinderen tussen 18 en 21 jaar nog in aanmerking kunnen komen voor kinderalimentatie. De verzorgende ouder van een minderjarig kind ontvangt de kinderalimentatie doorgaans. Als het kind de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en is er sprake van een verlengde onderhoudsplicht geldt dat het kind zelf recht heeft om de alimentatie op de eigen bankrekening te ontvangen.
Verlengde onderhoudsplicht tot 21 jaar
In principe bestaat er ook een recht voor kinderen in de leeftijd van 18 jaar tot 21 jaar op kinderalimentatie. In deze leeftijdsgroep zijn een groot aantal kinderen nog niet in staat om volledig in de eigen levensbehoefte en levensonderhoud te voorzien. Doorgaans wordt de alimentatie vanaf de leeftijd van 18 jaar aan het kind zelf betaald, maar het is ook mogelijk dat de alimentatie alsnog aan de verzorgende ouder wordt voldaan. De betaler van kinderalimentatie kan niet zeggen dat het kind zelf in staat is of kan zijn om zelf in het levensonderhoud te voorzien. Mocht een kind bijvoorbeeld willen studeren dan dient de alimentatie betalende ouder in de kosten daarvan te voorzien voor zover het om het levensonderhoud gaat. De ouder dient dan wel over de nodige draagkracht te beschikken.