Het is praktisch dat er van een rekenmodule kinderalimentatie gebruik gemaakt kan worden. Het is echter ook van belang om inzicht te krijgen in de manier waarop de berekening van de hoogte van de kinderalimentatie wordt vastgesteld. Er zijn in elk geval een aantal vaste stappen die doorlopen worden om tot de berekening te komen. Een aantal factoren spelen daarbij een rol, zoals basisgegevens, behoefte van het kind en de draagkracht van de ouders. Indien er van een rekenmodule gebruik wordt gemaakt, moeten er een aantal basisgegevens ingevoerd worden. Het gaat dan onder meer om het totale aantal kinderen en de geboortedata ervan. Zo moet ook het netto besteedbaar gezinsinkomen en het netto inkomen van beide ouders ingevoerd worden. De behoefte van de kinderen wordt vastgesteld aan de hand van de zogenoemde gangbare normen. De kosten voor kinderopvang worden er overigens bij opgeteld. De behoefte van kinderen krijgt ook wel de benaming l de kosten van kinderen’. Of er wordt gesproken over het ‘Aandeel ouders in kosten kinderen’.
De draagkracht van de betaler wordt bepaald aan de hand van het inkomen en de vaste lasten. Het verschil hiertussen is de draagkrachtruimte. Daar wordt weer een percentage van genomen en dat is dan het bedrag van kinderalimentatie. Het netto maandinkomen wordt inclusief vakantiegeld als uitgangspunt genomen. Hiervoor wordt een percentage van 5% gehanteerd dat komt namelijk ongeveer overeen met 8% van het bruto inkomen. De bijstandsnorm wordt als eerste op het netto inkomen in mindering gebracht. Er zijn al een aantal kosten verdisconteerd in deze bijstandsnorm en die mogen niet nog een keer in aftrek worden gebracht. Bijvoorbeeld woonlasten in de vorm van energie. Verder worden er nog een aantal kosten in mindering gebracht, zoals ziektekosten, maar ook huwelijkse schulden of kosten indien er een omgangsregeling met de kinderen is. Er wordt van de draagkrachtruimte 60% genomen om als alimentatiebedrag voor het kind te dienen.
Als de ontvanger zelf een inkomen heeft, wordt ook berekend in welke mate deze ouder in staat zou zijn om aan de kosten van de kinderen een bijdrage te leveren. De berekening vindt op dezelfde manier plaats als bij de betaler van kinderalimentatie. Indien er recht bestaat op kindgebonden budget wordt dat bedrag meegerekend. Het gaat dan om het kindgebonden budget waar na de scheiding recht op bestaat. Er bestaat geen mogelijkheid meer voor ouders om betaalde kinderalimentatie fiscaal op het inkomen in minder te brengen. Verder geldt dat de kinderalimentatie die betaald moet worden nooit hoger uitkomt dan de vastgestelde behoefte van het kind.